5 tips om blessures bij jouw paard te voorkomen

5 tips voor het voorkomen van blessures bij jouw paard

1. Bouw je trainingen op

Het klinkt zo logisch, maar het gaat toch nog wel eens mis: het opbouwen van een training. Heb je de afgelopen periode weinig gereden, maar wil je toch meedoen aan die gevorderde crosstraining? Bedenk je dan twee keer of jouw paard fit genoeg is om hieraan mee te doen. Weet je dat dit conditioneel eigenlijk niet verstandig is? Bewaar deze relatief zware training dan voor een ander moment en bouw jouw trainingen eerst weer op.

2. Zorg voor een warming-up en cooling-down

Om te zorgen dat het hart van jouw paard zich geleidelijk kan aanpassen en het paardenlichaam wordt voorbereid op (zware) inspanning, is het belangrijk te beginnen met een warming-up. Warme spieren trekken zich namelijk sterker samen en ontspannen ook weer sneller, wat ervoor zorgt dat de spieren minder snel overstrekt raken. Is de training op zijn einde? Zorg dan ook voor een cooling-down. Door de inspanning geleidelijk af te bouwen, krijgen spieren de kans afvalstoffen op een juiste manier af te voeren.

3. Monitor het gewicht van jouw paard

Dat een gezond gewicht belangrijk is, is algemeen bekend. Maar heb je er wel eens bij stilgestaan dat een te zwaar paard dit gewicht in draf en galop ook extra mee ‘omhoog’ moet nemen? In deze gangen wordt de gewichtsbelasting met 1 tot 2 keer vergroot en in de landing zelfs 3 tot 4 keer. Met dit gegeven is het begrijpelijk dat dit jouw paard ‘duur’ kan komen te staan. Een te dik paard zal dan ook, door onder andere deze reden, sneller blessures oplopen. Wil je dit voorkomen? Houd het gewicht van jouw paard dan goed in de gaten en tref maatregelen als overgewicht zichtbaar is.

4. Zorg voor een goede en afwisselende bodembedekking

Net als dat het continu op asfalt rijden niet goed is, kan de bodembedekking van de rijbaan ook invloed hebben op het ontstaan van blessures bij jouw paard. Een harde bodem vereist meer schokdemping in het lichaam en een zachte bodem kost meer spierkracht. Wissel dit dus af. Zo voorkom je een overbelasting van het een of het ander en ben je direct bezig met blessurepreventie.

5. Herken scheefheid bij jouw paard of jezelf

Scheefheid betekent een asymmetrie in stand, bespiering en/of beweeglijkheid. Dit kan vanaf de geboorte het geval zijn of later ontstaan door bijvoorbeeld een blokkade of een verkeerde houding (waarmee het paard probeert pijn te verminderen/compenseren). Het woord zegt het eigenlijk al een beetje: je paard loopt ‘scheef’. Doordat kracht niet gelijk wordt verdeeld, zorgt dit ervoor dat bepaalde delen snel overbelast raken. Overbelast je specifieke spieren of lichaamsonderdelen? Dan wordt de kans op een blessure bij jouw paard automatisch groter. Een hele lichte asymmetrie zal niet direct voor problemen zorgen. Merk je echter dat de afwijking groter wordt, dan is het van belang hierover te overleggen met een specialist.

Scheefheid uit zich niet alleen bij het paard, maar ook bij jou als ruiter. Is jouw houding wel geheel recht? Zet je tijdens het lichtrijden niet meer druk aan een kant? En is je balans goed genoeg in alle gangen om het gewicht van jou als ruiter juist te kunnen verdelen? Misschien heb je je dit nog nooit afgevraagd. Jouw houding als ruiter heeft echter wel degelijk invloed op het snel veroorzaken van blessures. Probeer je hiervan bewust te zijn en waar mogelijk jouw houding te verbeteren.

Het belangrijkste bij blessurepreventie voor jouw paard is het tijdig opmerken van kleine verschillen. Ben daarom oplettend op jouw eigen houding en die van jouw paard. Merk je een afwijking, schakel dan direct met een specialist. Wat we ook steeds vaker zien, is dat sportpaarden of paarden die behoren tot een risicogroep (waarbij al scheefstand is geconstateerd bijvoorbeeld) regelmatig gecheckt worden door een fysiotherapeut of dierenarts. Wil je dit laagdrempeliger houden? Dan is het ook mogelijk met Magnacare te overleggen. We kijken graag met je mee om blessures te voorkomen en eventueel te behandelen.